woensdag 30 mei 2012

Het Rijksmuseum op de duinen


Stel je voor dat je de grond onder Amsterdam zou weggraven en alleen de heipalen liet staan. Dan ‘zouden we op twaalf meter diepte door een adembenemend en spookachtig woud van oude en nieuwe, rechte en scheve, dunne en dikke, gladde en ruwe, houten en betonnen stammen kunnen dwalen’, zo schrijf ik in ‘1000 jaar Amsterdam’.

Op deze wandeling tussen de miljoenen heipalen zouden we ook nog eens flinke hoogteverschillen tegenkomen. Dat is goed te zien op deze kaart van de ondergrond van het Rijksmuseum. De kaart is gemaakt in 2006 ten behoeve van de restauratie van het museum, en gepubliceerd in het vakblad Geotechniek. Rechtsboven ligt de Stadshouderskade, linksonder het Museumplein. De tijdelijke ingang van het museumterrein, op de hoek van de Jan Luijkenstraat en de Hobbemastraat, zit linksboven.

De kleuren op de kaart geven aan hoe diep de stevige, draagkrachtige zandlaag zich onder de oppervlakte bevindt. De laagste gedeelten zijn donkergroen. Daar ligt het zand meer dan 17 meter diep (onder NAP). De tinten lichtgroen, geel, oranje en bordeaux klimmen telkens een half metertje omhoog. De hoogste toppen, roze en wit, liggen 13 tot 14 meter diep.

Van een hoogteverschil van vier meter zal de rest van de wereld niet wakker liggen, maar in het Hollands laagland is het heel wat. De hoogste en laagste delen liggen bovendien vlak bij elkaar. Amsterdam is dus niet alleen gebouwd op palen, de palen zijn ook nog eens gebouwd op een golvend zandlandschap met hier en daar steile klimmetjes. Je zou lekker van de duinen kunnen afrollen in ondergronds Amsterdam.


(Kaart overgenomen uit: Ir. A.M. de Roo, Dipl.-Ing. H.D. Netzel, Ir. P.J.M. den Nijs, ‘Omgaan met risico’s bij de renovatie van Het Nieuwe Rijksmuseum’, in: Geotechniek, juli 2006, p.24-29. Voor een scherpere versie zie: http://www.cruxbv.nl/pdf/geotechniek_rijksmuseum.pdf)


Geen opmerkingen:

Een reactie posten